De eerste vier dagen en 2400 kilometer zitten erop, we zijn in het zuidoosten van Bulgarije vlakbij de Turkse grens op een mooi campinkje van twee Britten. Maar eerst even relaxen in het mooie weer hier. Dat mooie weer hadden we onderweg ook. Ruim boven de twintig graden, prima om te rijden. Zaterdag in Duitsland heerlijk ontspannen rijden op de Autobahn naar Dresden. Alhoewel ontspannen, op een gegeven moment een harde klap achter ons. Klapband was mijn conclusie. Dat merk je niet direct omdat we dubbele banden achter hebben. Snel naar een P, waar we er achter kwamen dat er met de banden niks aan de hand was, maar dat de ordner met reisgegevens met een harde klap op de grond was gevallen….
De tweede dag naar Boedapest. Een prima rit met heerlijk warm weer. In Boedapest is bij een groot park in het centrum een groot gratis parkeerterrein om te overnachten en wellicht nog even de stad in te gaan. Maar het zag er niet echt relaxed en veilig uit,te veel hangouderen met slaapzakken en winkelwagentjes, dus de navigatie ingeschakeld voor de dichtstbijzijnde camperplaats. Dat bleek een bikercamp te zijn. Prima plekje middenin de stad, op een binnenplaats van een groot oud huis. De oprichter van deze biker camping is helaas jong overleden, inderdaad door een motorongeluk.
Door naar het zuiden van Servië. Weer een lange rit, maar door het mooie weer en het weinige verkeer prima te doen. Wel dwars door Belgrado, waar de oude communistische flats nog steeds heel erg aanwezig zijn. Na Belgrado wederom een harde klap, deze keer op de voorruit. Netty schepte een fazant pal op de voorruit. De navigatie schoot door de klap los en viel op de grond, waardoor het leek alsof de vogel zo door het raam naar binnen kwam. De ruit was gelukkig nog heel. Een half uurtje verder komt er een Mercedes naast ons rijden en de bestuurder wijst op het linker voorwiel. Netty naar de vluchtstrook, want dat kan daar gewoon. Terwijl we stoppen komt er nog een behulpzame Mercedesrijder bij staan. Hij heeft gezien dat ons linker voorwiel slingert en omdat hij automonteur is, weet hij dat de lager stuk is. Kan zo gerepareerd worden in zijn garage, is niet duur. Nou heeft Martijn, de bouwer van onze bus, vlak voor ons vertrek de lager van het linker voorwiel vervangen, dat kan het dus niet zijn. Ook wel erg toevallig deze twee behulpzame mannen met een garage vlakbij. We slaan alle ‘hulp’ af en en rijden door. Met dank aan alle talismannen geen enkel centje pijn.
We overnachten op een doorgangscampinkje aan de A1, naast het spoor. Het meeste lawaai komt overigens niet van het verkeer of de treinen, maar van de pauwen op het erf. Ze zijn erg waakzaam en brutaal, pikken Anne zo in zijn schoen.
Na een heerlijke nacht worden we wakker met regen. Dat is even wennen. Onderweg wordt het gelukkig snel droog en rijden we dwars door het centrum van Sofia richting zuidoosten. Volgens de navigatie is het sneller om het laatste stuk niet over de snelweg te gaan, maar over de oude E80 richting Istanbul. Het is sneller, maar wat een slechte weg en wat een triestigheid. Allemaal lege en vervallen dorpen, winkels, restaurants en benzinepompen, omdat het verkeer nu over de nieuwe snelweg gaat. Om half drie arriveren we op onze bestemming, een mooi klein campinkje in Biser. Na een bezoekje aan de plaatselijke winkel annex café, komen Bé en Margriet, de Oostgroningse globetrotters, ook de camping op. De eigenaar schrikt, het is net april en nu al druk 😉 Morgen naar de stad zo’n 13 kilometer verderop, beetje rondkijken en fourageren….
Leuk verhaal, hoe is het met de fazant afgelopen, lekker in de pan of er overheen gevlogen? Xx Greet
Mooi verhaal Anne, hoop dat er nog heeeeel veeel mooie verhalen volgen