De eerste vijf dagen van mei zijn we lekker naar België geweest. We hadden de musea van Ensor en Permeke in Oostende al een tijdje op ons verlanglijstje staan. Maar we konden natuurlijk niet naar België zonder eerst naar Laren te gaan om een bezoekje te brengen aan het Singer voor de tentoonstelling van Mauve tot Mondriaan. Het blijft een heerlijk museum met weer een goed verzorgde tentoonstelling.
Oostende heeft drie musea, Muzee, Ensorhuis en Permeke. De eerste twee liggen in het oude centrum van Oostende. De bus konden we gelukkig parkeren bij de haven, waar we ook de bovenstaande kunstwerken tegenkwamen. Het lijken verfrommelde stukken plastic, maar in werkelijkheid is het van staal gemaakt. Past mooi bij zee. Het Ensorhuis is het huis en de winkel waar James Ensor het laatste deel van zijn leven gewoond heeft. Hij verkocht er maffe souvenirs aan toeristen. Kikkers met een zwembroekje aan, maskers, gedroogde aapjes met een vissenstaart. Alles is nog in originele staat, behalve de schilderijen, dat zijn reproducties. Die moeten om de vijf jaar vervangen worden vanwege het slechte klimaat in het oude huis. De originelen hangen o.a. in het Gettymuseum in Pittsburg, maar ook in Muzee.
Muzee is een heerlijk rommelig Belgisch museum, waar dezelfde jongen achter de balie stond als in het Ensorhuis. Hij was sneller op zijn fietsje. Er hangt een aantal werken van Ensor en ook een paar schilderijen van Permeke.
Na de lunch op het terras, op naar het dorpje Jabbeke, waar het museum van Permeke is in het voormalige woonhuis van deze kunstenaar. Een prachtig huis met een schildersatelier op de eerste verdieping en een atelier om te beeldhouwen in de aangebouwde garage. Het moet een genot geweest zijn om hier te wonen en te werken.
