Langs Vlaamse en Franse kust

Van Terneuzen rijden we naar de Belgische kust naar Oostende. Het is druk op de weg, veel vrachtverkeer en de Belgische wegen zijn niet zo super. Veel kuilen, opgelapt asfalt en andere hobbels. In Oostende parkeren we bij een grote camperzaak. Camperaars kunnen daar gratis parkeren en overnachten. Wij komen voor het eerste en nemen buslijn 5 naar het centrum. In de buurt van het touristoffice stappen we uit. Dit is namelijk het startpunt van een streetartproject in Oostende. Op veel plaatsen in de stad zijn (grote) muurschilderingen gemaakt. Wij doen alleen de kunstwerken in het centrum, want die zijn nog lopend te doen. Oostende blijft een beetje gekke plaats. Een echte havenstad, rauw, een beetje haveloos en verwaarloosd, rare betonbouw, maar ook moderne nieuwbouw. Kortom een leuke stad om naar toe te gaan.

We nemen lijn 5 weer terug naar de camperzaak en gaan op weg naar onze volgende overnachtingsplek, camping la Licorne bij Duinkerken in Frankrijk. Een mooie camping direct aan zee. Het thema streetart vind je hier op de muur van de camping.

Vanaf dit strand zijn aan het begin van de tweede wereldoorlog veel Britse en Belgische soldaten geëvacueerd met hulp van allerlei Engelse boten. Is vorig jaar nog een film over gemaakt met o.a. een aantal Urkers als figurant. Het is hoog water en dus een smal strandje naast de boulevard. De horeca heeft nog niet in de gaten dat het toeristenseizoen begonnen is. Er is niks open. De volgende morgen kijken we onze ogen uit. Het is laag water en daardoor een enorm strand war flink gelopen en gesport wordt. Ook een klasje kinderen in strandzeilers. Mooi om te zien met alle fleurige zeiltjes. Ook een goeie plek om de drone even verder uit te proberen. Leuke opnamen van Netty, Pieter en de kleurige zeilen van de strandzeilers.


Verder langs de Franse kust. We stoppen in Gravelines, een oud vestingstadje met nog een slotgracht en muur. Ook hier moet het toeristenseizoen nog op gang komen. De kano’s en roeibootjes liggen klaar in de gracht, maar er is nog geen personeel. We gaan naar het volgende stadje, Grand-Fort-Philipe, waar de gemeente een mooie camperplaats heeft aangelegd tegenover de gemeentelijke camping. Het stadje zelf is in tweeën gespleten door een getijdenrivier.

Er is een veerpontje voor voetgangers, maar dat wordt maar beperkt bediend. Helaas voor ons zijn de meeste restaurants aan de andere kant van de rivier, dus bakt Netty heerlijke crêpes. ‘s Avonds nog even aan de wandel. We vinden een gek café, Dundee. Het is een kruising tussen een rommelmarkt en een café. De mannelijke clientèle rookt en drinkt er lustig op los. De kroegbazin heeft een bijzonder gebit en is daardoor wat slecht te verstaan. Ze verstaat mij ook slecht, want een Leffe Blonde en een Rosé worden twee Leffes. Als Pieter naar het hondje van de bazin blaft, legt Netty aan een stamgast uit dat Pieter niet méchant is, de man antwoordt dat hij dat ook niet is. Doorgerookt gaan we weer naar buiten. Nog een stukje langs de rivier naar een soort Mariagrot, gewijd aan de zee, Ave Maris Lente. We groeten Maria en lopen terug naar Limoe waar we heerlijk slapen door de zeelucht en doordat Limoe licht schommelt in de flinke zeewind.