Beograd

Vandaag richting Belgrado of Beograd in het Servisch. Voor het eerst deze vakantie nauwelijks oponthoud door wegwerkzaamheden. Wel bij de grensovergang naar Servië. Hier worden de paspoorten nog ouderwets gecontroleerd en afgestempeld. De douanier wil ook even in de bus kijken, maar vindt het snel goed als Pieter naar hem blaft. In Belgrado gaan we naar een camperplaats net buiten het centrum op een wat rommelig bedrijventerrein langs de Donau. Het is het parkeerterrein van een meubelzaak en een meubelatelier. Er is een badkamer aangelegd met douche en toilet. Er staan nog een paar camperaars. Een jongeman die al wat langer onderweg is en van wie ze een dag eerder zijn dure fiets hebben gestolen. Op klaarlichte dag en net buiten bereik van de camera’s. Naast ons een Nederlands stel dat ook al langer op pad is. Ze hebben 7 maanden vrij en reizen relaxed door Europa. Ze waren nog een beetje van slag van een bezoek de vorige dag aan Srebrenica. Dat hakt er wel in.


De volgende dag met de bus naar het centrum. Tenminste dat is het plan, maar de buschauffeur wil geen honden in zijn bus, dus dan maar per taxi. Het is nog vroeg blijkbaar,de mensen komen langzaam op gang. De taxi zet ons af bij het Boheemse deel van het centrum met allemaal terrasjes, cafeetjes en mooie muurschilderingen. Het wordt ook wel het Montmatre van Bulgarije genoemd. Veel muurschilderingen, tromp d’oeil en streetart.

Vandaar lopen we naar het centrum. Helaas is het centrale plein in verbouwing, zoals heel veel in Belgrado. Niet alles wordt afgemaakt. Er zijn verschillende mooie kerken in Belgrado, wij gaan naar de kathedraal van Sint Michael. Binnen wordt gedoopt, er staat allemaal familie op de stoep met camera’s. Helaas kan ik niet zien hoe de kerk er binnen uitziet, want met mijn korte broek mag ik er niet in. Belgrado wordt bepaald door twee rivieren die in het centrum bij elkaar komen, de Donau en de Sava. Langs de rivieren is veel gezelligheid, o.a. drijvende café’s en clubs.

Wij gaan lekker lunchen in een restaurantje langs de kade. Een heerlijke schaal vol verschillende hapjes, soort Servische tappa’s.

Op de plek waar de rivieren samen komen is een groot oud fort met park, met prachtig uitzicht op de skyline van de stad, en een dierentuin. Dat laatste ruik je vooral in de warmte. Daar vandaan nemen we een taxi naar de Villa met de bloemen, waar generaal Tito ligt begraven. De chauffeur wijst ons onderweg nog op een aantal regeringsgebouwen die in de jaren 90 door de NAVO zijn gebombardeerd en er nog net zo bij liggen. Volgens de chauffeur hebben de Serviërs geen geld om de gebouwen te herstellen. Maar het is uiteraard een statement dat de NAVO heeft aangevallen. Daarom is Servië ook niet goed in voetbal, dat draait ook om geld. Hun nationale sporten zijn basketbal en tennis. Tito ligt begraven in een mooi park in een speciaal gebouw vol herinneringen en foto’s. Het laat zien dat hij een belangrijk staatsman was. Tito wordt er echt opgehemeld. Ook staan er allemaal estafettestokjes in alle soorten en maten. Verschillende landen, groepen liepen naar Tito en hij mocht het stokje houden. Opvallend is dat de foto’s laten zien dat ook deze communist goed voor zichzelf zorgde.

estafettestokjes

Bij het park staat één taxi,maar deze chauffeur kent het adres niet of wil het niet kennen. Verder weinig taxi’s te bekennen, dan toch maar een (trolley)bus proberen. Deze chauffeur is pragmatischer en rekent gewoon een heel kaartje voor Pieter. In het centrum stappen we over en omdat we al een kaartje hebben, stappen we achterin de volle bus. Geen chauffeur die het ziet. De andere reizigers kijken wel op van een meereizende hond, maar vinden het vooral leuk.