Als we wakker worden, is het zwaar bewolkt. Dat zijn we niet gewend 😉 We besluiten verder te rijden, richting Taroudant. Het is een behoorlijke rit, maar de wegen zijn goed en het uitzicht is onderweg geweldig. We krijgen een paar druppels water, maar dat stelt niks voor en het blijft even droog als het was. In de bergen is het rond het middaguur maar 11 graden, dus serveert Netty warme chocolademelk met slagroom bij de lunch.
In een buitenwijk van Taroudant vinden we camping du Jardin, een mooi overzichtelijk campinkje met redelijk veel Nederlanders. Een groep vrienden, blijkt later, die onder leiding van een ervaren reisstel op pad zijn in Marokko. Bij de campingbaas kunnen we nog een tadjine voor het avondeten bestellen. Omdat het terras vol is met een Franse groep, brengen ze het bij de camper.
De volgende ochtend wandelen we de 3,5 kilometer naar het oude centrum van Taroudant. We zijn er in 2015 met de kinderen geweest. Toen moesten we buiten de oude stadsmuur parkeren. Daar wandelen we nu langs tot een centrale poort en gaan dan richting Souk. We krijgen natuurlijk begeleiding aangeboden, van een jongeman waar we dadels kochten. We weten hem af te schudden. De souk is groot en rommelig. We kopen knijpers van het merk krokodil, waslijn, groente en fruit. We lunchen bij het hippe ‘Jus & Snack’ en proberen dan een petit taxi terug te krijgen. Je kunt ze niet bestellen. Een Marokkaan gaat ons helpen en geeft aan dat je vooral hard op je vingers moet fluiten. Nou, dat kan Anne wel en onmiddellijk stopt er een aftandse Peugeot 205. Hij brengt ons rammelend en piepend voor 2 euro naar de camping.