Vanuit de Cote d’Azur is het niet zover naar Italië. We lunchen eerst nog even in de haven van Menton. Daar zijn we eerder geweest. We herkennen de skyline. Mooi stadje aan het water. Ze zijn er niet erg campervriendelijk, overal hoogtebeperkingen en bordjes met verboden voor campers. Door naar Italië, over de tolweg ondertussen, want de tolvrije kustweg is niet te doen. We vinden verderop aan de kust een mooi plekje aan het water. Officieel mag je er niet met je camper overnachten, maar de gordijnen van busgordijn laten geen licht door, dus niemand ziet dat er mensen in het gele busje zitten. Bovendien rijdt er elk uur een politieauto voorbij, zonder te stoppen.
We slapen heerlijk en na een ontbijtje vertrekken we naar Deivo Marina, vlak voor Cinque Terre en met een station. Maar het is nog wel een avontuur om er te komen. De eerste afslag geeft een hoogtebeperking van 3.00 meter aan, dus we nemen de volgende en dat is een smalle kronkelweg naar beneden. Gelukkig komen we maar één tegenligger tegen. Beneden aangekomen in Moneglia, blijkt dat we toch door een oude tunnel moeten met een officiële hoogte- en breedtebeperking van 3.00 meter en 1,90 meter. Dat zou niet passen. Ik vraag de bestuurder van een busje voor ons of het kan. Hij kijkt naar onze bus en zegt: “Va bene.” Dus als het licht op groen springt, gaan we de tunnel in en gelukkig, het past prima. Op de camping wacht de campingbaas ons in blote bast op. Hij ziet er uit als een oude voetbaltrainer en is geblesseerd aan zijn been. Hij stuurt ons naar boven waar een mooi plekje is met zicht op ‘la Mare’. De baas zelf heeft een soort glazen hokje, vooraan de camping waar hij het overzicht heeft en zijn mannetjes kan aansturen, Capo di tuti Capi. In het dorpje is nog bijna niks open, alleen een supermarkt en een café. Overal wordt gewerkt om alles klaar te maken voor het seizoen. Dan is het waarschijnlijk smoordruk, nu is het er heerlijk rustig en schitterend weer.
De volgende dag lopen we naar het station en nemen de trein naar de eerste van de vijf dorpjes van de ‘Cinque Terre’. We hebben online een treinkaart kunnen kopen om in een uit te kunnen stappen. Dat doen we vervolgens in alle 5 de dorpjes. De vesten kunnen direct in de rugzak, want het is heerlijk weer. We genieten van de mooie dorpjes, straatjes, pleinen, kerken, havens en vooral de mooie kleuren en het licht. Pieter dribbelt vrolijk met ons mee. We lunchen in het derde dorpje op een terrasje aan zee, wat een mooie dag. Aan het eind van de middag komen we moe maar voldaan terug op ons campinkje en zien de zon mooi rood in de zee zakken.
Prachtige omgeving daar maar had van jullie wel verwacht dat je ze alle vijf zou lopen net zo als wij dat deden met 30gr
Sorry Dirk, zo sportief zijn wij niet 😉