In de zandbak

We gaan verder naar het zuiden, naar de grote zandduinen van Erg Chebbi aan het begin van de Sahara. De wegen zijn prima, mooi asfalt en lange rechte stukken. De omgeving wordt steeds meer gedomineerd door zand. Af en toe nog een boompje, maar verder zand, zand en zand. Bij Mergouza komt steeds meer bebouwing. Je ziet dat het toerisme hier belangrijk is, grote hotels en verhuur van 4×4’s, quads en kamelen.

Wij doen nog even een laatste boodschap in het dorp en gaan dan over paden de zandbak in richting de duinen. Omdat we geen 4×4 hebben,is het handig om op het harde terrein te blijven, dat zie je wel een beetje aan de sporen en de kleur van de grond. Op een gegeven moment vinden we dat we wel ver genoeg zijn en zoeken een plekje om te kamperen. We zien een mooi boompje en rijden van het pad af er naartoe. Dat hadden we niet moeten doen, gelijk vast in het mulle zand. Er komt direct een vriendelijke berber om te vragen of hij kan helpen. Hij kan een auto laten komen om ons er uit te trekken. Anne vindt dat hij het eerst zelf moet proberen, hij heeft immers alles mee om er weer uit te komen. Eerst een lunch en dan aan de slag. Dat valt niet mee. De zandladders draaien mooi mee met de wielen en de bus blijft op de plaats. Dan toch de locals maar vragen om hulp. Ze gaan het eerst met twee man proberen, lukt het niet, dan laten ze een auto komen. Een Zweed die een stukje verderop geparkeerd staat, komt nog een schep brengen en wat zandplaten. Ook voor de locals is het een hele klus. Stukje bij stukje komt er schot in de zaak en na ruim 2 uur staat Limoe weer op het harde zand. Daar blijven we ook op. We betalen onze helpers en gaan op de thee bij onze Zweedse buren Ula en Sönny. Ze wonen in hun camper en gaan elke winter naar het zuiden. In Stockholm hebben ze een plekje om in Zweden te verblijven en voor de rest van de tijd reizen ze rond. De helpers hebben hun telefoonnummer in het zand geschreven voor het geval dat …

Wij blijven twee nachten in de woestijn. ‘s Nachts is het fris, overdag ruim 20 graden. We staan er super rustig. Af en toe komt er een 4×4 of een groepje kamelen voorbij, verder is er niemand. Er zit nog steeds veel zand in de lucht, zodat het wat heiig is en dat levert helaas geen mooie rode zonsondergang op.

Door richting Zagora. Dat kan via een piste door de woestijn, maar Martijn heeft al uitgelegd dat dat met Limoe niet gaat lukken en dat hebben we al snel ervaren. Wij gaan dus over het asfalt. Weer een prachtige rit. In Rissani zien we opeens veel fietsers, blijkbaar een fietsvriendelijke gemeente. We stoppen we bij het mausoleum van Moulay Ali Cherif. We krijgen een rondleiding van een wat oudere meneer die heel duidelijk Frans spreekt. Hij heeft een interessant verhaal over Moulay Ali Cherif. Het is een voorvader van de huidige koning en heeft zich ingespannen om de drie religies christenen, joden en moslims vredig naast elkaar te laten bestaan met respect voor ieders geloof. Volgens hem is Marokko daar nog steeds uniek in. De symbolen van de drie geloven zie je terug in het mausoleum. Artsen zonder grenzen doet ook een aantal projecten rond dit gebouw. Zo worden er oudere alleengaande vrouwen uit de woestijn opgevangen en ook jonge weduwen met kinderen. Bij Risanni is een groot stuwmeer aangelegd waardoor er in de Sahara nog minder water is. Daar hebben de bewoners van de woestijn, de berbers erg veel last van. Hun kuddes hebben niets meer te eten, waardoor hun manier van leven eigenlijk uit zal sterven.

Na Risanni komen er steeds meer bergen, maar ook landbouw. Op de een of andere manier weten ze reservoirs met water te vullen en dat wordt dan gebuikt om van alles te verbouwen. Het is heel erg rustig op de weg, alleen in de sporadische dorpen is wat verkeer. Een kilometer of vijf vanaf de doorgaande weg is een camping, camp Serdrar. Een mooie ommuurde plek in the middle of nowhere. Ibrahim is onze gastheer en heet ons welkom. We kunnen staan waar we willen. Als we naar een mooi plekje toe rijden, komt er gelijk een Fransman als een soort burgemeester melden dat die plekken gereserveerd zijn, want zij zijn een groep. Zeg maar; We zijn er bijna maar dan in het Frans, hoewel ze hier ook jeu de boules spelen of petanque? Gelukkig is er meer plek. We genieten van de rust en de ruimte, maken mooie wandelingen en eten twee avonden in het restaurant van de camping. We kunnen er weer een wasje draaien dat dankzij de zon zo weer droog is.